Afwijkende mondgewoonten

Onder afwijkende mondgewoonten worden die gewoonten verstaan die negatieve gevolgen hebben voor de gebitsstand, het spreken en het gehoor. Open mondgedrag, afwijkend slikken en duimzuigen zijn afwijkende mondgewoonten.

 

Uw verwijzer of iemand anders die betrokken is bij de opvoeding van uw kind heeft u wellicht gewezen op afwijkend mondgedrag bij uw kind of er zijn factoren aanwezig die afwijkend mondgedrag bevorderen. Wanneer er niet of te laat wordt ingegrepen bij afwijkend mondgedrag, kan dit leiden tot een afwijkende kaak-en/of gebitsstand. In samenwerking met de logopedist kan een beter en blijvend resultaat worden verkregen na orthodontie, omdat de kans op terugval verkleind wordt. Dit komt omdat er tijdens het behandeltraject gewerkt wordt aan de factoren die de afwijkende gebitsstand veroorzaakten. Daarom zult u waarschijnlijk het advies hebben gekregen om contact op te nemen met een logopedist.

 

Op deze pagina wordt u geïnformeerd over verschillende vormen van afwijkend mondgedrag. Tevens worden de oorzaken en gevolgen hiervan beschreven. 

 

1. Duim, vinger- en/of speenzuigen

 

Veel kinderen duimen of zuigen wel eens op hun vinger(s). Wanneer een kind dit op driejarige leeftijd nog steeds doet, is er sprake van afwijkend mondgedrag. Vanaf dat moment kan het duimen, zuigen of spenen een negatieve invloed hebben op de stand van de tanden en de vorm van de kaak. Daarnaast kan de kracht van spieren in en rond de mond afnemen.

Door het zuiggedrag komt het regelmatig voor dat de spieren in en rond de mond verslappen, waardoor habitueel mondademen, open mondgedrag en afwijkend slikken kan ontstaan. Dit kan leiden tot een afwijkende vorm van het gebit dat incorrect articuleren tot gevolg heeft. Hierbij kunt u denken aan het praten met de tong tussen of tegen de tanden (bijvoorbeeld bij slissen).

 

 

2. Open mondgedrag

 

Normaal gesproken is de mond gesloten, rust de tongpunt tegen het gehemelte achter de boventanden en wordt er door de neus geademd. Wanneer de mond gedurende de dag regelmatig open is in rust (bijvoorbeeld tijdens tv kijken), is er sprake van open mondgedrag. Vaak ligt de tong dan slap onderin de mond en drukt de tong met een grote kracht tegen de tanden aan, waardoor de tanden naar voren worden geduwd. Daarnaast is er veelal sprake van slappe mondspieren en mondademen. Wanneer dit probleem niet behandeld wordt, is er kans op incorrect articuleren (bijvoorbeeld slissen), een afwijkende groei van de kaak, tanden en kiezen en is er een verhoogde kans op oorproblemen.

 

3. Habitueel mondademen

 

Habitueel betekent ‘gewoonlijk’. Bij habitueel mondademen is de gewoonte ontstaan om door de

mond te ademen terwijl de neus voldoende doorgankelijk is. Gevolgen van habitueel mondademen kunnen zijn een terugkerende infectie in de keel of van de amandelen of zelfs een middenoorontsteking. Daarnaast heeft habitueel mondademen invloed op de groei van de kaak, tanden en kiezen.

 

 

4. Afwijkende tongligging in rust

 

Hierbij is de positie van de tong afwijkend. De tong ligt niet achter de tanden tegen het gehemelte, maar op de mondbodem, tegen of tussen de tanden of te ver achterin de mond. Dit kan de stand van de tanden en kiezen en/of de vorm van de kaak negatief beïnvloeden.

 

 

5. Foutieve lipgewoonten

 

Onder foutieve lipgewoonten wordt liplikken en lipzuigen verstaan. Deze afwijkingen komen veelal voor bij mensen die door de mond ademen. Doordat de lippen droog worden tijdens het mondademen wordt het veelal als ‘prettig’ ervaren om de lippen te bevochtigen met de tong. Lipzuigen is meestal een gevolg van liplikken. 

 

 

6. Afwijkend kauwen

 

Onder afwijkend kauwen wordt het smakken, het tegelijkertijd aan twee kanten kauwen en het verkeerd afbijten van voedsel verstaan. Dit kan leiden tot een verstoord evenwicht van de spieren in en rond de mond.

 

 

7. Nagelbijten

 

Tijdens het nagelbijten schuift de onderkaak naar voren en ontstaat er te veel spanning in de

kaakgewrichten, waardoor pijnklachten en overbelasting van spieren in het mondgebied het gevolg kunnen zijn.

 

Bovenstaande vormen van afwijkend mondgedrag kunnen leiden tot afwijkend slikken.

 

 

8. Afwijkend slikken

 

Er wordt gesproken van afwijkend slikken wanneer de tong tijdens het slikken tegen de tanden en/of kiezen aan duwt of wanneer de tong tussen de tanden en/of kiezen door komt. Per dag slikt men ongeveer 2000 keer. Wanneer de tong elke keer met een grote kracht tegen of tussen de tanden en/of kiezen komt, zal dit invloed hebben op de vorm van het gebit.

 

Wat doet de logopedist?

 

Diverse afwijkingen kunnen een verstoring veroorzaken van het evenwicht tussen de mondspieren onderling (lippen, kauwspieren, tong en tongspieren). De vorm van de kaken (en de stand van de tanden en kiezen) zullen zich aan dit verkeerde evenwicht aanpassen. Met andere woorden: de (in dit geval verkeerde) functie van de spieren geeft een (in dit geval verkeerde) vorm van de kaken.

Om de vorm van de kaken te veranderen, moet eerst de functie van de betrokken spiergroepen veranderd worden. Dit heet oro-myofunctionele therapie (OMFT).

De oro-myofunctionele therapie is erop gericht alle mondspieren weer in evenwicht te brengen door gerichte oefeningen te geven en foutieve gewoonten af te leren. De therapie pakt daarmee de oorzaak aan van één of meerdere problemen en niet alleen de gevolgen van het verkeerde evenwicht. Door deze aanpak is de kans op het opnieuw ontstaan van gebitsafwijkingen ná orthodontie of kaakchirurgie veel minder.

Oro-myofunctionele therapie bestaat uit een aantal stappen:

  • Het afleren van afwijkend mondgedrag als duim- en vingerzuigen, speenzuigen en mondademen.
  • Het aanleren van een correcte tongpositie in rust.
  • Het aanleren van een correcte tongpositie tijdens de  slik.
  • Verbeteren van de uitspraak van de t/d/s/z
  • Het automatiseren van de nieuwe tongpositie

De logopedische behandeling zal circa 10-20 behandelingen in beslag nemen.

 Tijdens de therapie maken wij gebruik van zogenaamde trainers (Myobrace). Deze worden gebruikt om de spierkracht van de lippen te vergroten, lipsluiting te bevorderen en neusademhaling te stimuleren, de juiste tongpositie in rust te stimuleren en een correcte slik te faciliteren.

Uitleg hierover vindt u in onderstaande animatie.

 Soms zal een orthodontische voorbehandeling nodig zijn voordat de logopedist met de therapie kan starten. Bijvoorbeeld wanneer de bovenkaak te smal is, waardoor er  geen of onvoldoende ruimte is om de tong naar boven aan te zuigen (nodig bij een goede slikbeweging). In dat geval zal de tandarts of orthodontist eerst met een speciale beugel een verbreding van de bovenkaak moeten uitvoeren om ruimte voor de tong te maken.

Tijdens het OMFT kunt u het volgende verwachten:

 

-         een intakegesprek

-         het maken van foto’s van de mond en het gebit (Dit wordt ongeveer iedere maand herhaald.)

-         het doen van metingen van o.a. lipspanning

-         het behandelen van het afwijkend mondgedrag

-         het  dagelijks thuis herhalen van de oefeningen die tijdens de behandeling uitgevoerd worden

-         een controleafspraak

 

Vragen over bovenstaand of wilt u overleggen of de behandeling voor uw kind ingezet kan worden?

Neem dan gerust contact op.

 

Voor meer informatie over de Myobrace kunt u ook deze website bekijken:
https://myobrace.com/nl